Recent was ik aanwezig bij een dagseminair waar in de ochtend 1,5 uur was ingeruimd voor één spreker. Dat is me nogal wat, maar goed: er zijn sprekers genoeg waar ik makkelijk anderhalf uur naar kan luisteren.
Terwijl de spreker door een oerwoud van maar liefst 45 sheets met (gegoogled) beeldmateriaal ging. Je kent het wel: plaatjes van honden die bordjes vasthouden, clipart of – erger – zelf gephotoshopped materiaal om een standpunt of flauw grapje nog wat kracht bij te zetten.
En ineens bedacht ik het me: er zijn globaal misschien maar een aantal verschillende type sprekers: dit was er duidelijk eentje in de vorm van een curator. Iemand die tot de avond daarvoor nog sheets bij elkaar zoekt, filmpjes toevoegt en mooie voorbeelden zoekt die nog in z’n bookmarks rondzwerven.
Daar is natuurlijk niets mis mee. Een spreker als Steven van Belleghem is een uitstekend curator. Mocht je m nooit hebben zien spreken (schande!): hij verzamelt bedrijven die op een goede en oprechte manier bezig zijn met social business en observeert vanuit een mix van bewondering en verwondering.
Cureren is van zichzelf natuurlijk ook helemaal niet slecht: ik volg liever een goed gecureerd Twitter account dan een account dat 20 keer per week dezelfde saaie (eigen) content propagandeert.
Dan hebben we nog een andere categorie sprekers. Dit zijn mensen die spreken vanuit eigen ervaring, onderzoek of expertise. Tot deze categorie horen mensen die niet persé hóeven te cureren omdat ze genoeg meemaken in hun eigen werk om daar op een inspirerende manier over te vertellen. Je kunt stellen dat veel TED talks van wetenschappers in deze categorie vallen. Ik zag laatst David Bakker tijdens SMC050 een prachtig verhaal houden over het maken van dingen, het plezier daarvan en zijn ambities in die richting. Het plezier spatte er vanaf.
Recent betrap ik mezelf erop dat ik die laatste categorie meer waardeer, en ben uitgekeken op een heleboel curatie-spekers.
Meer en meer is het web open, en verdwijnen grenzen van informatie. Het is relatief eenvoudig om binnen korte tijd expert op een specifiek onderwerp te worden. Dit zag je al met de opkomst van social media: ineens groeide de hoeveelheid experts tot in de hemel. Terwijl deze mensen allemaal ongeveer dezelfde bronnen gebruikten om zichzelf expert te maken. Of deze mensen échte experts zijn laat ik in het midden: dan is de vraag vooral hoeveel kennisvoorsprong je moet hebben om jezelf een expert te noemen maar feit is: door jezelf goed te verdiepen in een onderwerp zul je sneller meer weten dan iemand die dit niet heeft gedaan en hierdoor als expert worden beschouwd.
Waarom het leuker is om te luisteren naar ervaring? Gewoon, omdat deze mensen iets nieuws brengen. Ik kan duizend blogs en boeken verzamelen over een willekeurig onderwerp, maar ik lees nog altijd het liefst van mensen die dit ook daadwerkelijk hebben gedaan, hebben gefaald en opnieuw hebben geprobeerd. En sommige curatoren hebben ook best hele interessante dingen gedaan, alleen willen niet kwetsbaar zijn. Wat kan er fout gaan? Alles. Het is gezond om te praten wat er allemaal fout is gegaan, wat je hebt geleerd en hoe je het in de toekomst anders zouden doen. Dat is alleen maar jammer: ik hoor graag mensen die een oprecht en eerlijk verhaal vertellen, waar niet alles meteen een succes was. Want dat is geen afspiegeling van de realiteit.
Een video laten zien waarin je gamification uitlegt aan de hand van de Fun Theory (piano stairs) is helemaal niet zo beroerd, maar doe dit in een zaal waarbij je zeker weet dat mensen deze nog nooit hebben gezien. In het geval van deze video kun je er donder op zeggen dat zeker de helft van ieder willekeurig publiek van congresgangers deze wel eens heeft gezien. Sterker: de video komt uit 2009 dus is ook alweer vijf jaar oud. In die vijf jaar ben jij als spreker niet de eerste die dit laat zien, en je zult helaas ook niet de laatste zijn. Zonder daarbij je eigen observatie hierover te ventileren: (‘waarom doet de Nederlandse overheid dit niet met .. ‘) of (‘Deze theorie is breed toepasbaar, bijvoorbeeld ook op de gebieden X en Y, hier heb ik een voorbeeld van’) is zo’n filmpje niet veel meer dan de context waarop hij op YouTube staat: gewoon een leuk filmpje dat niet veel meer aanraakt dan de oppervlakte.