De afgelopen maanden zag ik steeds vaker artikelen voorbij komen in mijn Twitterstream rondom 3D printen. Een fascinerend onderwerp dat ook nog echt tot de verbeelding spreekt: denk je eens in wat je zou kunnen uitprinten met een 3D printer. En daarbij: 3D printen is niet meer zo duur: voor ongeveer €1000,- kun je er al eentje kopen.
Nu wil ik mezelf absoluut rekenen tot de groep optimisten rondom nieuwe technologie, maar ik vind de hype rondom 3D printen enigzins doorgeschoten. Ja, het is leuk om thuis iets uit te kunnen printen. En ja, het is mooi, en je het is innovatief. Alleen: wat is nu precies het gebruiksmoment? Een aantal jaren geleden zat ik met een collega in een zaaltje waar een trendwatcher zou optreden. Ik weet haar naam niet meer, maar ze kwam het podium op, strak een wazig verhaal af over trends, toekomst en voorspellingen en mijn collega sprak de volgende woorden: ,als ze het zo ook nog over pratende koelkasten gaat hebben dan haak ik af’. En jawel, even later ging het inderdaad over pratende koelkasten. Niet als metafoor van de voortschrijdende techniek, maar gepresenteerd als reële technologie: iets dat in de nabije toekomst mogelijk zou worden. Voorbeelden schoten ons voorbij, zoals een koelkast die kon roepen dat de melk op was. Vaak zijn ‘innovaties’ niet voorzien van een reëel gebruiksgemak. Dat is niet erg, want soms is de innovatie ook een denkrichting of een presentatie van iets dat in de toekomst mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan vertical farming: een manier om verticaal groente en fruit te verbouwen, bijvoorbeeld tegen gebouwen aan.
En op die manier kan ik me levendig voorstellen dat ik over tien jaar met schaamrood dit artikel lees. Het 3D printen van thuis is ingeburgerd, we hebben er allemaal eentje en het uitprinten van nieuw WC papier kan klaar zijn nog voordat ikzelf klaar ben. Snelheid, gebruiksgemak en concrete toepassing maken een innovatie ook daadwerkelijk de moeite waard in het ‘echte’ leven. Maar tot die tijd is 3D printen vooral langzaam, technisch ingewikkelder dan je denkt en is het nog zeker niet geschikt voor alledaags gebruik, om de domme reden dat er nauwelijks toepassingen zijn waar 3D printen een écht voordeel heeft. Neem een sleutel aan je sleutelbos. Het dupliceren van een normale sleutel is bij een willekeurige schoenenwinkel in ongeveer 2 minuten klaar, en kost 5 euro. Uiteraard is het ongetwijfeld mogelijk dit ding door middel van 3D printing opnieuw uit te printen, maar hoe lang duurt dat, wat kost het? Niet te vergeten dat de tijd die de 3D printer nu nodig heeft om dit te bewerkstelligen er geen andere zaken kunnen worden geprint. Kortom: als je net van plan was een nieuwe vogelkooi uit te printen dan zit je mooi te wachten.
Tot die tijd is 3D printen vooral een leuke bezigheid voor mensen die van knutselen houden, op dezelfde manier als Arduino een hit is geraakt onder technisch capabele mensen. Het is leuk om te kloten, maar verwacht niet dat je van een Arduino bord ooit een R2D2 kunt maken. En verwacht niet van je 3D printer dat ie je ooit op een praktische manier gaat helpen.